“De leerlingen hebben bij de directie een kleine lening afgesloten om te kunnen investeren in hun foodtruckaanbod”, licht Rens toe. Voor economie maakten zij een begroting, voor loopbaanoriëntatie- en begeleiding schreven zij vacatures en stelden collega-leerlingen aan als foodtruckmedewerkers. Voor wiskunde tekenden leerlingen de plattegrond van de foodmarket op schaal. Zo bedachten alle collega’s in de context van het project passende en uitdagende opdrachten.”

Vast onderdeel is ook een excursie; dit keer naar de bekende Markthal in Rotterdam waar leerlingen inspiratie opdeden. Leren kun je tenslotte ook buiten school. Het jaar ervoor reisden leerlingen naar het Europees Parlement in Brussel, de keer dáárvoor ging de excursie naar een museum.

Resultaat presenteren aan ouders

Eerdere projecten werden vergelijkbaar opgezet. Het eerste jaar moesten leerlingen een verzetsgroep helpen redden, het tweede jaar het land van de toekomst bedenken. “Het resultaat maken we zichtbaar voor de rest van de school, De Spoorzoeker en natuurlijk ook ouders en vrienden.”
De meerwaarde van de projecten zit in het leren in de ‘echte wereld’ – leren wordt leuker als je heel goed snapt waaróm je dingen doet - maar ook in de groepsdoorbrekende aanpak.

Leren wat je ‘straks’ nodig hebt

“Leerlingen kennen jongeren uit andere klassen vaak alleen van gezicht en moeten in zo’n project ineens met elkaar leren samenwerken. Dat moeten zij straks in het middelbaar beroepsonderwijs óók. Hetzelfde geldt voor het leren oplossen van problemen en zelfstandig werken. Dat komt tijdens zo’n project allemaal aan bod. Maar vooral ook superleuk. Eén van de leukste weken van het jaar.”